De letters spelen haasje over en de zinnen dansen over het papier. Ik zie dubbel en heb last van staar. Lezen en schrijven zijn moeizame zaken. De laatste maanden ben ik dan ook een gewillige prooi voor zowel de orthoptiste als de optometrist. Maar genoeg geklaag. Ze hebben beloofd er iets aan te doen. Ik vertrouw ze.
Getroebleerd zicht leidt tot een waggelende gang door het leven. Zo stortte ik mij op de emancipatoire resultaten van het Tomado droogrek in de jaren zestig en zeventig voor de Nederlandse huisvrouw. Naar aanleiding van de dood van George Martin stortte ik me een moment later op de herkomst van het geluidsfragment met het geroezemoes aan het begin van Sgt. Peppers Lonely Hearts Club Band, waarbij ik en passant ook alles te weten kwam over ene Billy Shears.
Terwijl ik denk aan de lariekoek die het internet mij wijs probeert te maken dat ik momenteel mijn eerste leven leef en na mijn dood pas mijn eerste reïncarnatie zal beleven, vertelt de radio ondertussen dat de één inspiratie put uit de figuur Jezus Christus en de ander daar juist reden tot ideologie in ziet.
Beide zaken leiden tot overdenking. Hoewel het me wel een geruststellende gedachte schijnt dat de wereld nog niet van mij af is, wens ik er niet al te zeer op te rekenen. Liever denk ik terug aan de ontmoeting die ik had met twee Rooms Katholieke priesters op een parkeerplaats langs de A9. Ze kwamen uit België en waren op weg naar een thema bijeenkomst over barmhartigheid in Heiloo. Ik was op weg naar een crematie in Haringhuizen, in de buurt van Barsingerhorn, even voorbij Zijdewind.
De hemel was blauw, vanuit het Westen naderde dreigend een wolkenfront. Onze wegen scheidden. Er zou voor me worden gebeden. Bij mij bleef de gedachte hangen. Als het leven niet een kwestie is van geloof, dan is het er wel één van vertrouwen. Tegen de Werken van Barmhartigheid valt weinig in te brengen. Ik denk aan de oogarts.