Ik weet het. Het is als mosterd na de maaltijd en wat valt er nog te vertellen als Frits Barend op elke TV zender verteld heeft dat Johan altijd een broodje ossenworst voor hem meenam. Maar toch…
Het was in de tijd dat ik op zoek was naar de geheime machinekamer die de nacht luister en illusie inblies. Maar het was pas middag en samen met Coentje dronk ik alvast een pilsje aan de bar van Eijlders. Coentje kwam uit Betondorp en had samen met Johan Cruijff in de klas gezeten van de Groen van Prinsterer School, de School met de Bijbel in Betondorp.
‘Op een goede dag zwaaide de deur van de klas open en de hoofdmeester kwam binnen met de schoolarts en een verpleegster. Tijd voor de jaarlijkse inenting. De meester probeerde ons gerust te stellen. Het zou zo voorbij zijn. We zouden er amper wat van voelen. De hoofdmeester knikte instemmend. De verpleegster maakte de benodigde spulletjes in orde. We moesten onze rechter mouw oprollen en in de rij staan voor de prik.
Jopie wiens achternaam met een C begon, stond bijna vooraan. De eerste jongen kreeg zijn prik en keek grijnzend om met een gezicht van niks aan de hand. De tweede die volgde, een lolbroek, draaide zich ook om en zei: “Au!”
Daarna was Jopie aan de beurt. Hij had zijn mouw al opgerold; maar net voor de dokter hem de prik zou geven, dook hij onder diens handen door en rende de klas uit. De naald bleef hangen in de lucht. Verbouwereerd keken de meester, de dokter en de verpleegster elkaar aan. Wat nu?
Toen greep de hoofdmeester in: “Grijp hem jongens!” Dat hoefde hij geen twee keer te zeggen. Als een op hol geslagen kudde drongen we de klas uit. Stormden de trap af. De school uit. In de verte zagen we hem rennen. Richting Brink. Wij erachter aan. Langs de bibliotheek, de hoek om, het dorp uit.
Bij de begraafplaats hadden we hem bijna te pakken, maar hij ontglipte. Verder ging het. Jopie voorop. Wij op zijn hielen, daarachter de meester met in zijn kielzog, in witte jas, de dokter. De Middenweg langs, het Ajax Stadion voorbij. Jopie spankerde maar door. Bij eindhalte lijn 9 rechtsaf Betondorp weer in. En weg was ie. Verdwenen. Nergens te bekennen. Niet meer gezien die dag…’
‘Goed verhaal’, zei Ron de barkeeper, terwijl hij nog eens in schonk. ‘Deze is voor mij.’ We hieven het glas. De man achter de bar spreek je nu eenmaal niet tegen. Coentje nam een slok van zijn bier.
‘Hij was ongrijpbaar. Toen al.’
We knikten en zwegen. Er was werk te doen.